Een goede conditie ná het spenen begint al met de voeding tijdens de lacatatieperiode. Het conditieverlies tijdens de laktatie dient, met de juiste voeding, beperkt te blijven. Het gevoeligst ligt dit bij eersteworps zeugen met grote tomen.
Vanuit het speenmoment nemen we zeugen op ons koolhydraatrijke flushvoer met een hoge opname mee naar een positieve energiebalans. Dit is een belangrijk vertrekpunt voor een goede volgende worp. Na het dekken sturen we met een hoog-laag-hoog voerschema en de juiste voersamenstelling op een snel herstel van het conditieverlies in de voorliggende lactatie. Wanneer we meer conditieverlies moeten corrigeren dan onder normale omstandigheden nodig is, kunnen we met aangepaste schema’s en een specifiek hiervoor samengesteld drachtvoer hier meer sturing op zetten.
In de dekstal is het de bedoeling om de zeugen het idee te geven dat er veel voedsel in de omgeving aanwezig is. Het is belangrijk dat er “snelle” energie aangeboden wordt die resulteert in een snelle stijging van de insuline in het bloed, waardoor er een betere eisprong plaatsvindt. Praktijkproeven bij ForFarmers hebben aangetoond dat verstrekken van extra dextrose (t.o.v. suiker) in de dekstal een stijging van de worpgrootte geeft van 0,4 big / worp.