Voor een optimale voeropname na spenen is het van groot belang dat goed nagedacht is over de hokinrichting. Een goede inrichting van het hok zorgt voor rust bij de pas gespeende biggen. De juiste hokindeling heeft een eet-, een activiteits- en een rustzone.
Voersysteem
Zorg voor een juiste afstelling van de voerbak. De voerbak moet zowel in de eerste week, als ook in de opvolgende weken makkelijk bereikbaar zijn voor alle biggen. Het is belangrijk dat de bodem van de trog voor 1/3 gevuld is met voer en dat er 1 vreetplaats is per 8 biggen. Zorg er ook voor dat de bodem van de trog goed verlicht is, zodat de biggen de voerbak makkelijk kunnen vinden. Let op dat de voerbakken schoon zijn en dat er geen restanten in de bak zitten van bijvoorbeeld het schoonmaken. Gebruik hetzelfde voerpannetje als gebruikt werd in de kraamstal, zodat dit voor de biggen herkenbaar is.
Groepsgrootte
Kleinere hokken ( minder biggen per hok ) bieden meer overzicht. Het is vooral van belang om voldoende eet- en drinkplaatsen te voorzien en dat de hokbezetting niet te hoog is. Voor biggen tot ongeveer 25 kg betekent dit minimaal 0,35 m² per big.
Water
Water verdient extra aandacht. Voor het spenen is de big gewend om aan het uier van de zeug te drinken en extra water via een bepaald soort nippel. Na het spenen is er vak een ander type drinkbak of nippel. Dit is voor de biggen een zeer grote overgang en dit kan flinke gevolgen hebben voor de voeropname. Een goede wateropname zorgt immers voor een goede voeropname. Let daarbij ook goed op de wateropbrengst per nippel en de waterkwaliteit.
Klimaat
Het klimaat moet dag en nacht top zijn. Optimale ventilatie en verwarming is van grote invloed op de prestaties van de biggen. Vooral een aangename staltemperatuur vlak na spenen is van belang.