Tijdens dracht
Dragende zeugen worden meestal beperkt gevoederd. Vezels in het voeder spelen een belangrijke rol om zeugen ondanks de beperkte voedering rustig te houden. De vezels worden in de dikke darm gefermenteerd. Zeugen kunnen deze fermentatieproducten als energiebronnen gebruiken. Vezelrijke voeders zijn dus zeer geschikt om de conditie van zeugen onder controle te houden. Vezels stimuleren de werking van het maagdarm stelsel wat de gezondheid ten goede komt.
Tijdens lactatie
Voor lacterende zeugen is een hoge voeropname belangrijk om veel melk te produceren en het gewichtsverlies te beperken. De vezelfactor in dracht- en lactovoeders zorgt voor een vlotte overgang in de transitieperiode. Dit resulteert in gezonde, vitale zeugen met een hoge voeropname capaciteit.
De voeropname van zeugen in de kraamstal wordt mede bepaald door:
- Genetica
- Toomgrootte
- Gewenste speengewicht
- Management
- Omgeving
Dit betekent:
- Voor een vlotte voederopname en vitale zeugen zijn magna lacto, prima lacto of vital lacto, (afhankelijk van 1 of 2 fasen) de aangewezen voeders
- Voor de hoogste melkproductie en de hoogste biggengroei in de lactatie is maxima lacto het aan te raden voeder