Waar ben je naar op zoek?

Maïs anno 2022, hoe gaan we hiermee om?

Sectornieuws Sectornieuws14-11-2022

Na een droge en warme zomer zien we een grote diversiteit tussen de maïskuilen. Op plaatsen waar er wel tijdig een bui is gevallen zien we goede tot zeer goede maïskuilen. Maar op de meeste plaatsen ging de afrijping erg snel en werd de mais noodrijp. De meeste maïskuilen zijn dan ook verdroogd ingekuild met een lager zetmeelgehalte. In de praktijk zien we dat deze maïskuilen voor uitdagingen zorgen om deze correct in te passen in het rantsoen.

De maïskuilen van 2022

Onlangs publiceerde Eurofins Agro de, voorlopig, gemiddelde resultaten van de maïskuil. Ook hierin is de droge zomer en snelle afrijping duidelijk zichtbaar. Zo ligt het gemiddelde drogestofpercentage op 41,1% terwijl het langjarig gemiddelde 37,3% bedraagt. Ook het zetmeelgehalte, 336 g/kg ds., is lager dan gebruikelijk. Er is dit jaar ook een grotere spreiding dan andere jaren in het zetmeelgehalte. Door dit lagere zetmeelniveau valt ook de gemiddelde VEM-waarde iets lager uit.

Een flinke uitdaging in de praktijk

Al valt de maïskuil op papier nog redelijk goed mee, toch zien we in de praktijk dat deze kuilen een goede rantsoenberekening vragen. Extra expertise om een rantsoen te berekenen is zeker aan de orde. Laat dit dan ook tijdig doen op het bedrijf.

De maïskuilen van dit jaar zorgen daarnaast ook voor extra aandacht op het gebied van broeigevoeligheid. Het verhoogde risico op broei is te wijten aan een hoog drogestofpercentage en het lager aandeel korrel in de kuil. Hierdoor is de kuil minder goed aangereden en is de dichtheid in de kuil dus veel minder. (zie figuur)

Broeigevoeligheid
Broeigevoeligheid maiskuilen 2020 -2022. Bron: Eurofins

Uit de praktijk horen we ook dat de drogestof opname van het rantsoen niet altijd op niveau is na het inpassen van de nieuwe maïs. Ook hier ligt het hoge drogestofpercentage aan de basis. Droge maïs is dan ook niet smakelijk voor een koe. Daarnaast heeft de maïs dit jaar een hoger aandeel NDF en ADF in de celwanden wat het lastiger verteerbaar maakt. We zien veel bedrijven waarbij er onverteerde delen terugkomen in de mest. 

Deze drie uitdagingen zorgen ervoor dat er moet gekeken worden naar oplossingen die op elk bedrijf weer anders zullen zijn. Laat zeker tijdig uw kuil bemonsteren en uw rantsoen berekenen. Want met deze goede melkprijs willen we zo hard mogelijk melken met gezonde koeien.