“Door de lammeren te wassen is ons uitvalspercentage verlaagd en hoef ik minder medicijnen in te zetten om de lammeren gezond te houden”, vertelt geitenhouder Bas van Velthoven uit Hank (West-Brabant). Lees hier hoe hij dit aanpakt.
Alle drachtige geiten staan bij elkaar in een pot in de melkgeitenstal. In deze pot worden de lammeren geboren en kort daarna werken Bas en de stagiaires aan een vast protocol. Bas: “In de melkgeitenstal markeren we de moedergeit en scannen het oornummer van de moedergeit. Daarna gaan de lammeren in een bak waarmee ze gemakkelijk te vervoeren zijn. In deze bak zit een schone plastic zak, die iedere keer wordt verwisseld voor een nieuwe. Met de lammeren in deze bak gaan we naar het tanklokaal, waar de behandelkar staat. Hier worden diverse handelingen uitgevoerd: te beginnen met het insprayen van de navel met jodium. Daarna gaan de oornummers in jodium en vervolgens in het oor en worden de oren met jodium ingesprayt. Tenslotte worden de oornummers gescand en koppelen we de oornummers van de lammeren aan het oornummer van de moedergeit.”
Hierna wordt de bak met pasgeboren lammeren naar de opfokstal gebracht. Diegene die de opfok verzorgt, draagt een andere overall en schoeisel dan degene die in de melkgeitenstal is, op deze manier probeert Bas van Velthoven zo min mogelijk overdracht van ziektekiemen te krijgen. Daarnaast is de ondernemer met het wassen van lammeren gestart. "Het frustreerde me dat we op dag 2-3 al vieze neuzen bij de pasgeboren geitjes zagen. Deze infectiedruk komt naar ons idee uit de melkgeitenstal, daarom zijn we met wassen gestart." Voor de opfokstal heeft Bas een ruimte waar de wasbeurt plaatsvindt. Ze worden daarbij helemaal ingezeept met Hibiscrub en vervolgens goed afgespoeld. “Hierdoor spoel ik 90% van de ziektekiemen die de lammetjes vanuit de geitenstal meenemen van ze af. Met als voordeel dat we nu in de opfok minder uitval hebben en minder antibiotica inzetten”, verklaart Bas als keuze om te gaan wassen.
Na het wassen worden de lammeren met een schone handdoek afgedroogd en dan brengt Bas ze naar een ruimte voorin de opfokstal. Hier zijn ze nog afgescheiden van de oudere lammeren in de opfokstal. Ze komen in een vierkante bak, waarin maximaal acht lammetjes (afhankelijk van hoe druk het is, anders gaan er minder in de bak) kunnen. In de bak zit een plastic zak met kalk en houtkrullen. De oren en navel worden hier nogmaals ontsmet met jodium en daarna krijgen ze hun eerste biest.
Bas: “Wij zetten kunstbiest in, dit heeft mijn voorkeur, want kunstbiest is gegarandeerd ziektevrij. Sinds vorig seizoen zetten we FOS Colostrum Geit in, op advies van opfokspecialist Julia Geurts. Zij is sinds vorig seizoen betrokken bij onze opfok, komt met handige tips en adviezen.” Julia vult aan: “Ik heb hem geadviseerd om twee flessen te geven en per fles zit 40 gram biestpoeder en 150 ml water. Met deze 80 gram kunstbiest heeft het lam voldoende antistoffen gekregen om een goede start te maken met een hoge weerstand.” Bas geeft de eerste biest direct nadat de lammeren gewassen zijn en de tweede biest krijgen ze binnen vijf uur. Ook na de tweede biestgift wordt de navel nogmaals ontsmet met jodium. Dit doet de geitenhouder preventief om gewrichtsontsteking of andere ziekten die via de navel binnenkomen bij de lammeren te voorkomen.
Dankzij de aanpak van het wassen van de lammeren, het veelvuldig sprayen van jodium en het voeren van een hoge kwaliteit kunstbiest is het uitvalspercentage zeker 10% gedaald. “Maar nog belangrijker vind ik het dat we nu minder antibiotica of medicijnen tegen luchtweginfectie aan de lammeren geven. Ze zijn nu veel vitaler, liggen er niet meer zo beroerd bij in de eerste dagen na hun geboorte. Door de lammeren te wassen halen we een groot deel van de ziektedruk vanuit de geitenstal bij ze weg.”
De lammeren komen na drie dagen vanuit de bakken - waar ze hebben geleerd om via een kunstspeen te drinken - in een groepshok in de mechanisch geventileerde opfokstal. Hier krijgen ze kunstmelk (eerst VitaMilk Capri Max, na het onthoornen VitaMilk Capri Solide), water en muesli, zodat ze wennen aan het eten van brok. In de stal heerst een aangenaam klimaat, de inkomende lucht wordt voorverwarmd. De lammeren staan op kunststof roosters, hetzelfde principe als bij biggen. “Strohokken geeft veel werk, zoals dagelijks natte plekken instrooien en regelmatig uitmesten. Vooral dit uitmesten veroorzaakt onrust, want dan moeten de lammeren uit hun hok. Bovendien staat de buitendeur een tijd open om het stro met een shovel uit de stal te halen. Dit geeft veel (koude) luchtbeweging in de stal, en daardoor meer lammeren met luchtwegproblemen. We hebben aan onze dealer Marcel Houdijk van Landwaard Agro en geitenspecialist Jelle van de Mortel gevraagd of hier een oplossing voor is. Zij noemden het idee van kunststof roosters. We hebben goed alle plussen en minnen afgewogen en in het najaar van 2020 deze stalaanpassing doorgevoerd. Gelukkig naar volle tevredenheid, de lammeren zijn nu veel actiever en ze liggen altijd droog.”
Bas van Velthoven heeft samen met zijn broers een geitenhouderij met 900 melkgeiten in Hank. Bas is fulltime aanwezig en zijn broers helpen rondom het melken en in drukke tijden, zoals de lammertijd. De geitenstal is in 2008 gebouwd en voorzien van een melkstal met melkmeting en twintig krachtvoerstations. Hier worden de geiten individueel gevoerd op basis van de melkproductie. Ze produceren jaarrond gemiddeld 1.095 kg melk met 4,12% vet en 3,61% eiwit.
De geitjes gaan rond de 2,5 - 3 maanden leeftijd naar de opfoklocatie, 20 kilometer van het bedrijf vandaan. De bokjes blijven op de thuislocatie tot ze slachtrijp zijn en worden volledig afgemest op de VitaMilk Capri Max.
In dit artikel focussen we op de biestverstrekking, want een goede start van het geitenlam is bepalend voor de rest van haar leven.
Bereid je goed voor op de komende opfokperiode. Staat alles klaar, is er melkpoeder op voorraad? De basis voor een gezonde melkgeit wordt direct na de geboorte gevormd.
Contact opnemen
Inschrijven